Tuesday, November 15, 2016

Vier [De hemel smeekt om een opdonder]

4. Met haar op de tanden hunkeren naar liefde. 

Rond half negen word ik wakker op een bank in een schuur in een dorp met de naam Sambeek. Waar de kroegen geen bier in flesjes verkopen en de enige slijterij uitgerekend op zaterdag dicht is. Mijn onderjas dient als kussen. Mijn nek is stijf. Ik lig op de beste bank en misschien wel de beste plaats van de hele groep. De heldere droom van gisterochtend is nergens te bekennen. Rond een uur of drie vannacht toen iedereen in de schuur een plek om te slapen had gevonden kreeg ik een black out en nu ben ik weer wakker. Ik ben niet de enige. Maar het blijft muisstil op de vloer. Behalve twee personen die in gesprek met elkaar zijn.

"Ik heb haar op mijn tanden" hoor ik iemand zeggen en:
"Ik hunker naar liefde" fluistert de stem vervolgens.
"Wacht het past niet" 
Reneé heeft zichzelf gisteren aangeboden om naast iemand te gaan liggen. Farouk ging de strijd aan maar Knabbel heeft het uiteindelijk gewonnen. Of was het Babbel? Hoe dan ook, Jan Willem probeert zijn slaapzak te delen maar het lukt niet helemaal. Hebben ze nou de hele nacht door hebben gebabbeld? Uiteindelijk roept Derek door de schuur:
"ahhh ik hunkerrrr naar liefde" en de hele schuur begint te lachen.


Vrij snel daarna is iedereen wakker en gaan we ontbijten. Mama Wijnschoten komt de schuur binnen en kijkt de verbouwde setting even aan. Daarna komt ze terug met een boterhammen met keuze uit pindakaas of hagelslag en een reusachtige pan met thee. Deze ochtend even geen sigaretten meer voor mij. Mijn keel doet behoorlijk zeer en mijn hoest is akelig. Eten op een ochtend als deze gaat ook niet door mijn keel. Kopje thee wel. Twee kopjes thee. Andere doen zich flink te goed aan de boterhammen pindakaas en langzamerhand komt het einde dan toch in zicht.

Naast het veelgebruikte ecotoilet buiten de schuur staan een paar gieters die mij de hele avond niet waren opgevallen. Chris maakt hier nu dankbaar gebruik van door zich op te frissen. De spullen gaan weer in de twee auto’s en ondertussen doet Jan Willem bij Job heel erg zijn best om bij hem in de auto te mogen. Alsof hij de bui al ziet hangen over zijn hunkering naar liefde. Geen onverstandige keuze. Max gaat bij Derek in de auto. Iets wat gister nog verre van reëel leek maar nu inmiddels blijkbaar geen probleem meer is. We bedanken, we verontschuldigen en we bedanken de familie Wijnhoven en we smeren hem in de Alfa Romeo.

In de auto blijft Ruud irritant zijn benen strekken en houdt Chris weer zijn kop maar niet. Dezelfde zinnen komen keer op keer voorbij.
"Plakstikkers, kwetsbare kinderen, ze hebben hier ook alles!"
Derek is het zat en zet de radio aan op een of andere naargeestige trancezender. Natuurlijk weer op de maximale volume alsof de twee daagse kater nog niet genoeg gedreun op zichzelf is. Tegen Breda parkeren we bij een tankstation om bij te tanken in benzine en in een degelijk ontbijt. Chris weet een paar minuten daarvoor een natte vinger in mijn oor te leggen waarmee ik bijna explodeer en in staat ben om te gaan vechten. Maar buiten de auto kom ik al snel weer tot rust. Chris drijft mij al vrij snel weer tot wanhoop wanneer hij een euro van mij wil lenen. Daar komt niets van in. Ik heb zelf ook geld tekort en vraag aan Derek om nog wat kleingeld voor een kop koffie, die hij vervolgens weer bij Chris gaat verhalen. Dat Chris geen slechte jongen is bewijst hij met zijn daad van de dag. Iets wat zijn viezige scheten en irritante gezwets enigszins weer een beetje compenseert. Hij vindt bij de koffie automaat een portemonnee en vraagt of die van mij is?
"Nee ik heb me portemonnee hier man" zeg ik.
Daarop loopt hij rechtstreeks naar de kassa om hem af te geven. Een  Cappuccino en een Thaise wrap gaan er eindelijk in.

We rijden verder en The Kooks staat op voor de laatste kilometers terug naar Bergen Op Zoom.

~OOOOOOOOOHHHHH LAAAAAAAAAAAA~

In Bergen op Zoom begint Chris te zeiken dat hij moet worden afgezet bij de muziekschool. Ruud moet bij Jan Willem worden afgedropt. We zetten Ruud af en rijden dan richting station om mij af te zetten. Rijinstructeur Chris heeft Derek net zo lang zitten sarren dat Derek plotseling tegen het verkeer in afslaat. Het opaatje onze richting tegemoet komend begint als een gek te seinen en Derek weet net op tijd zijn auto op de stoep te parkeren. Voor een laatste keer straatje keren en weer terug.

Daar ligt het dan Station Bergen Op Zoom, klein en een beetje troosteloos in dit kleine stadje. Mijn stadje want ik houd van Bergen Op Zoom. Het verste puntje waar een Amsterdammer zo een beetje zou kunnen komen (al spant Sambeek echt de kroon) en juist helemaal contra aan die grote drukke stinkende rotstad. Die paar weekenden per jaar hier in Brabant zijn een zegen. Al waren mijn ogen nu open voor een andere prachtstad: Antwerpen. Waar café één dan toch maar sluit om zes uur in de ochtend en overbuurman café twee juist op dat moment weer open gaat. In Amsterdam is het op zo een tijdstip zoeken geblazen naar een teleurstellende nachtbus. Maar dat is Amsterdam. Bergen op zoom is een andere mentaliteit, andere soort mensen , een ander soort leven. De moeite waard om over naar huis te schrijven. Een aantal pagina’s lang.

Maar zover is het nu nog niet. Eerst terug naar huis. En ja hoor, in precies de laatste minuten samen Chris in de auto slaat hij dan nog één keer toe:
"Zeg Kurt, wanneer schiet je jezelf eigenlijk eens door je kop?"
"Nog een dag langer met jou op pad Chris en ik ben zover."

Ik zeg de schetende punker gedag en hoop hem voorlopig even niet meer zien. Ook zeg ik de explosieve frontman Max Majorana gedag:
"Place your bets on classic brainwash love." 
En dan tot slot Derek:
"Tot het eerste weekend van de kerstvakantie dan” zeg ik op terwijl ik hem de hand schud en dan scheiden voor nu onze wegen.

Er is Paniek in de disco! als ik een stem op het station hoor omroepen dat

 -Wegens werkzaamheden geen treinvervoer zal rijden tussen Bergen Op Zoom en Roosendaal-

Gelukkig zet de NS bussen in. In een stampvolle bus naast een oud vrouwtje zit ik opgepropt met me tas op me schoot. Ik besef dat mijn kleding nu toch eens nodig aan verversing toe is en doe mijn capuchon op om me verwilderde kop af te schermen. Graag zou ik nu willen slapen, maar die kans is er niet. In de trein heb ik een lege wagon voor mij alleen. Weinig zielen keren terug richting Amsterdam deze middag. Ik ben snel nog zoveel mogelijk aantekeningen aan het maken van het weekend. Iets wat er het hele weekend bij in is geschoten.

De grote hoeveelheid aan informatie moet nu zijn plaats gaan vinden voordat het weer een lopend verhaal wordt. Alles wat er ook nog maar in zit probeer ik op te schrijven. De wagon krijgt welgeteld een keer bezoek en dat is de conducteur. Hij is vriendelijk en wenst me nog een fijne zondag. Ik voel de vermoeidheid opkomen en de roes van het feestje begint langzaam weg te zakken. Het is nu wachten tot ik terug ben in Amsterdam. Terug naar het alledaagse leven. De bekende mensen om je heen, de drukte en tot zover de regelmaat van je leven.

Als ik in Amsterdam aankom strompel ik de grote stationshal door richting de bus. Ik heb geen strippenkaart dus moet maar een buskaartje kopen. Met mijn laatste vijf euro betaal ik en keer ik richting huis. Dan heb ik nog een paar uur tijd om nog aandacht aan mijn laatste tentamen te besteden. Volgende dag weer vroeg op. Tijd voor een alledaagse dag en dat mag. De start van deze reis begon spontaan op donderdagavond met Job Franken die mij via MSN Messenger aansprak met de woorden:
“Ik vind het tof als iemand songteksten in zijn naam heeft staan.” De woorden waren
“The Sky Is Calling For Some Noise” 
Niet wetende dat op dat moment een nieuw explosief avontuur was geboren.

No comments: